Tuesday, 26 August 2014

Zeppelin attack on Antwerp

26 August 1914


German army Zeppelin Z IX (construction number LZ-25), under the command of Hauptmann Alfred Horn returned from a raid on Antwerp yesterday that saw up to twenty-six inhabitants of the city killed or wounded. The Zeppelin dropped ten 21-cm mortar shells, weighing 120 kg each, with Belgian authorities reporting eight explosions. Buildings hit include the barracks of the 5th Regiement, the Sint Elisabethshospital, and the royal palace. Because the royal family was in residence at the palace at the time, the Belgian Government claims that the German raid was made with the intent of their assassination.

Illustration of the attack,
by Themistokles von Eckenbrecher

Jozef Muls, a civilian inhabitant of the city, offers this eye-witness account of the attack and the aftermath:

Ik hoorde een groot gerommel als van donder en dacht aan een onweder. Maar weer daverde een geweldige slag. De oorlog kwam terug voor mijn geest. De stad werd zeker onverwacht beschoten. Ik ging zien aan het venster maar eene ontzettende ontploffing kraakte zoo nabij in de stad dat de ruiten rammelden en ik werktuiglijk achteruitsprong voor ’t geweld. Ik kleedde mij aan en liep naar de kamer mijner ouders. Mijn zuster kwam ook uit haar deur daarover in haar witte nacht-japon. Ik zag bij het aarzelende licht van een nachtpitje, vader en moeder overeind zitten, te midden der wit-grauwe frommeling der beddelakens. Hunne bleeke en door den slaap nog verouderde en doorrimpelde gezichten keken verdwaasd en verschrikt.

—”Het is de beschieting!”

—”Het zijn misschien maar signalen of proefschoten.”

—”Laat ons bidden” zei iemand en ik hoorde paternoster-beiers tegen elkaar rollen in een hand.

Ik liep naar boven om uit de hoogste vensters over de stad te zien. Ik hoorde toen heel duidelijk het geronk van schroeven, hoog ievers in de lucht, maar zag niets. Het werd mij duidelijk nu dat het een Zeppelin was.

Herhaaldelijk daverden er nog ontploffingen over de stad, maar steeds op verder en verder afstand. Telkens gingen er als bliksemschichten door de lucht. Het waren de losbarstingen van bommen die het moordschip uitwierp. Ik hoorde èen gekletter van ruitscherven en enkele geweer knallen, van burgerwachten, waarschijnlijk, die vruchteloos op den Zeppelin vuurden.

Toen werd weer alles stil. Ik zag O.L.V. toren hoog boven de groene-en-mauve omschemerde huizen uitsteken als een omdoezelde silhouette. De beiaard ”rammelde” en het klonk drie uur in den vaaglichtenden dag. In de straat beneden gingen deuren en vensters open, menschen riepen rap en angstig tegen elkaar of liepen in de richting der ontploffingen. Wij gingen weer slapen.

’s Morgens na het ontbijt trok ik uit de vernieling zien in de stad. Er was een ongemeene drukte in de straten. Negen of tien bommen waren er geworpen. Twee dicht bij mijn huis, waarvan een in de Schermersstraat, waar twee dienstmeisjes in haar bed werden gedood, en een, juist achter mijn hofje, op het Sint Elisabeths gasthuis. In de Twaalfmaanden straat was eene woning tot op den grond ineen gestort. Op de Stadswaag, in de Lozana en de Justicie straat waren groote kuilen in de kasseien, vensters en deuren aan spaanders, diepe putten in de gevels en de arduinboorden. 10 menschen waren gedood en meer dan 40 gekwetst, allen non- combattanten. In een huis werd eene vrouw gevonden die letterlijk was gepulveriseerd. Een andere die uit haar venster leunde werd het hoofd afgeslagen zoo dat de bloedstraal als een fontein naar beneden spoot.

Naar de plaatsen te oordeelen, waar de projectielen gevallen waren, kon men gissen wat het eigenlijke doelwit geweest was van de laffe aanranders, en de bladen vernoemden de Minerva-fabriek te Berchem, de Nationale bank, het Sint Elisabeths gasthuis, het koninklijk Paleis en de Falcon kazerne.
I heard a great rumbling like thunder and thought of a storm. Then again, a great blow shook us. The war came back to my mind. I went to look out the window, but a terrible explosion cracked so near in the city that the windows rattled and I automatically leaped backwards at its force. I dressed and walked to my parents’ room. My sister came out of her door in her white night-gown. By the wavering light of a candle, I saw father and mother sitting up, amid the crumpled white-gray of the bed sheets. Their pale-from-sleep and old and wrinkled faces looked dazed and frightened.

“That’s firing!”

“It may be only signals or test shots.”

“Let us pray,” someone said, and I heard rosary beads rolling against each other in a hand.

I walked upstairs to look out over the city from the highest windows. Then I heard very clearly the roar of propellers high in the air, but saw nothing. It became clear to me now that it was a Zeppelin.

Repeatedly, explosions shook the city, but always further and further away. Each went like lightning through the air, the outbursts of bombs that the murder ship cast out. I heard a clatter of glass shards and some shotgun blasts from the city guard as they, probably fruitlessly, fired on the Zeppelin.

Then it was all quiet again. I saw the Cathedral of Our Lady towering above the green-and-mauve glimmering houses, protruding like a dozing silhouette. The carillon “rattled” and it sounded three o’clock in the faint light of the day to come. In the street below, doors and windows were opened, and frightened men shouted and bumped against each other or walked in the direction of the explosions. We went back to sleep.

In the morning after breakfast, I photographed the destruction seen in the city. There was an uncommon bustle in the streets. Nine or ten bombs had been thrown. Two near my house, one in Schermersstraat where two maids were killed in their bed and, just behind my courtyard, at St Elizabeth’s hospital. In Twaalfmaanden straat one house had collapsed to the ground. In the Stadswaag, the Lozana, and Justicie straat, there were large potholes in the cobblestone street, windows and doors were chipped, and there were deep pits in  walls and bluestone edges. Ten people were slain and more than forty wounded, all of them non-combatants. In one house was a woman who was found literally pulverized. Another who had leaned out of her window had had her head removed, so that a jet of blood was spurting down like a fountain.

Judging by where the projectiles had fallen, one could guess the places that had been the actual targets of the cowardly assailants. The evidence pointed to the Minerva factory in Berchem, the National Bank, St Elizabeth’s hospital, the Royal Palace, and the Falcon barracks.
House demolished by the attack


Z IX is Germany’s newest Zeppelin and first flew only six weeks ago. She is the second “M-type” ship constructed, 158 metres (518 ft) long. Her three 220-hp engines give her a top speed of slightly over 80 km/h (50 mph).



Hauptmann Alfred Horn







No comments:

Post a Comment